Opening Speech

Openingsspeach 2011
Coming Art    -    Antwerpen, 27 augustus 2011
Jan Van Alsenoy

Het begon op 28 november 2009 – met dit bierviltje. Op de achterkant staat:
Johan’s uitdaging voor 2010 (titel)
Alle halve kunstwerken durven tentoonstellen
Al die vondsen in de kelder, al dat materiaal in embryonale staat omzetten tot kunstwerken in een tentoonstellingsruimte.
Zijn uitdaging: een tentoonstelling in Caroline’s paardenstal met commentaar van Jan Hoet.

Het viltje kreeg zijn woorden op de slotavond van een opleiding over adviesvaardigheden.
Wat we vandaag zien begon zo met een overmoedige maar prettige uitdaging: maker, denker en dromer zijn van een werkelijkheid die in onszelf en de wereld verborgen zit.
Vijf vrienden en kennissen gingen deze uitdaging aan: Johan Nolmans en Evi Polak, Mik Oosters, Jan Verhulst en Bert Maetens.
Vandaag staan we hier tegenover het MAS, the place to be van deze stad. Vijf mensen laten sterk werk zien. Volg even.
Bert Maetens
Je moet eens surfen naar B-kites, de site van Bert Maetens. Een wondere wereld van polyesterdoek en carbonstokken gaat voor je open. In alle formaten, alle kleuren, in alle modellen.Bert schrijft zich in in een duizendjarige traditie van vliegeren, van eenlijnige kites. Een oud ontwerp bewerkt hij, maakt er holes in, sleutelt aan het formaat, voegt nieuwe elementen toe.
Zoals de schilder de kleur en verf, de techniek van een voorganger perfectioneert.
Ja, om de klassieke schoonheid is het te doen: een samenspel, een intensiteit – hoog boven – van licht en kleur, van lijnen en patronen, zon en lucht, van wolken en wind die alles in beweging zet en voortdurend in verandering brengt. Een glasraam in de lucht dat kleur omzet in licht.Bij die schoonheid komt het moeilijke zoeken naar het punt van evenwicht. Het gaat om de lijn, de draad, de knoop op de juiste plek die de kite in de lucht zijn rust en beweging geeft. Ook dat hoort bij de kunst van het kiten.Bert, wat me sterk ontroerde was je verhaal van de vele ontmoetingen die als vliegeraar mag meemaken. Kite brengt mensen, kinderen samen over alle culturen heen, zoals je onlangs op Linkeroever meemaakte. Passanten, toeschouwers kijken mee de hemel in, glimlachen. Vliegeren ontwapent, zeg je, maakt mensen licht. Je vertelde me het zeer oude verhaal uit Guatemala waar mensen ooit hebben gekitet om dichter bij de goden te komen.
Bert maakte voor deze tentoonstelling naast de kite die je hier ziet ook een bijzondere presentatie. Je krijgt ermee ook een andere kijk op de wereld met foto’s die vanop de kite genomen zijn. Kite Aereal Photografie, KAP heet deze manier van werken. Kijk maar eens goed.
Jan Verhulst
Jan Verhulst  is een goede jeugdvriend van Hilde Peeters, de vrouw van Johan en gastvrouw van deze tentoonstelling.Hij werkte met fotografie en beeldhouwen en schilderde tot 2010 in waterverf en acryl. Nu gebruikt hij enkel het medium digitale fotografie.
Jan weet heel precies wat hij doet.
Zo gebruikt hij kleine afmetingen (15x10 cm), beelden in klein formaat die uitnodigen om dichterbij te komen. De beelden trachten niet te imponeren, maar suggereren een relatie van intimiteit en introspectie.
Zwart en wit is een andere invalshoek.
Zwart/wit schept een tijdloze ervaring van de realiteit. Het veronderstelt een zekere afstand en werkt abstraherend en contrasterend. Zwart/wit refereert niet zozeer naar een individueel object, dan wel naar een archetype.
Jan werkt zoals vele fotografen met post-productie. Hij werkt de foto’s bij nadat ze genomen zijn. Zo voegt hij textuur en scherpte-diepte toe zodat stemming en betekenis wordt beïnvloed.
De foto’s worden gepresenteerd in sequenties, in reeksen.
Op basis van een intuïtieve, bijna onderbewuste keuze worden ze met elkaar in verband gebracht. De toeschouwer ziet ze als elementen van een verhaal en leest zijn eigen associaties en betekenissen van de beelden.
Jan Verhulst geeft de kijker veel ruimte. ‘Ik voeg net nog een titel toe die een dimensie suggereert’, zegt hij. Zo gebruikt hij voor een reeks de titel ‘Impermance’, de vergankelijkheid. Je ziet bloemen en fruit, een mooie jonge vrouw. Vanitas, de ijdelheid die vergaat, denk je dan.
Mik Oosters
‘Wat zou jouw uitdaging zijn?’, vroeg Johan? Iets met foto’s heb je geantwoord. Dat iets en nog meer zien we vandaag. Geef me een klein hoekje en niet te veel in de schijnwerpers, voegde je eraan toe.
Van alle presentaties die we vandaag zien, is je werk misschien het meest persoonlijke, werk dat het meest kleeft. Het vertelt veel – voor wie durft kijken – over je biografie, je eigen verhaal, je kwetsbaarheid. Het gaat over je werk op een afdeling van personen met dementie.
Je zegt: ‘Ik wil iets doen met het lijden en de aftakeling van mensen die in de vergeethoek zijn geraakt en waarmee ik op het werk overstelpt wordt.’
‘Dat lijden en die aftakeling van mensen raakt me altijd ten volle, resoneert met wie ik ben. Daarom kan ik dat werk goed doen en doe ik het graag. Ik moeder graag.’
Je foto’s en ander werk zijn een heel nabije reflectie op die resonanties tussen jou, jouw verhaal en de mensen waarvoor je moedert.
Door je werk creëer je meer ruimte en betekenis, meer vrijheid voor jezelf wellicht.
In je werk ‘the joy of sadness’ neem je afstand van je verdriet en demonen. De vele prijskaartjes van kledingstukken die je ooit verzamelde krijgen nu met het kunstwerk een plek. Je maakt al bij al een rustgevend gebaar en ziet dat het goed is.
Zeer scherp vind ik jouw impressies van mensen voor wie je werkt: bruut en hard maar ook met een lichtheid, een overgang, een andere kant.
Ik vroeg: ‘Zet eens muziek op je werk.’ Je kon er zo op antwoorden. Philip Glass bij de prijskaartjes: het monotone, dwingende ritme dat nauwelijks te stoppen valt. En bij de impressies: puur bach, puur buxtehude, muziek die het leven overstijgt.
Je werken horen nog helemaal bij jou. Een volgende keer zal er meer afstand zijn, zeg je. Veel dank wil je ook uitspreken aan Johan en Hilde,  je kinderen en Raymond die je altijd hebben gezegd: doe maar, doe maar.
Evi Polak
Evi werkt als verpleegkundige en in bijberoep als fotograaf.
In oktober 2010 klonk de vraag: ‘Zou je foto’s willen maken van de beeldjes van Johan?’ Maanden later voegde Johan er aan toe: ‘Evi, doe mee aan de uitdaging, doe iets met mijn werk en presenteer het?’
Zo kwam de idee: tien werken van Johan fotograferen door er een interpretatie aan te geven.
Twintig werkjes van Johan nam je mee naar huis: abstracte draadstructuren die veel persoonlijke interpretatie toelieten, die je kon vermenselijken. Je werkt immers met mensen, met modellen in beweging, met locaties.
Je zegt: ‘Ik was zo intensief met deze opdracht bezig. Dagen, nachten lag ik wakker, een ervaring die ik niet kende uit mijn professionele fotografie. Heel lang twijfelde ik: welke interpretatie kies ik nu, hoe doe ik het?’
Je werkte samen met je modellen, vrienden en kennissen van jou: Henny, Carine, Dana, Liesbet, Marie, Nina, Annelies, Sanne en Freddy. Je gebruikte locaties zoals het Hotel van der Valk in Beveren, de moskee in Berchem, het Blosocentrum in Herentals, het Balletinstituut van Françoise Delvaux (dank u wel mevrouw Delvaux)
Je zette je model en je locatie zeer expressief, krachtig in scene. Je kleurde de huid van Liesbet rood als vuur.
Op je foto’s bracht je het beeld van Johan samen met je eigen enscenering. Alle achtergrond wuifde je weg naar zwart zodat alleen beeld en interpretatie bleef.
Wat overblijft, is als een spiegel: je reflecteert nieuwe betekenis voor de maker van de beeldjes en de kijker. Je maakt ook een contrast: het frêle van een zuinig beeld in draad aan de ene kant; het volle, rijke lichamelijke, vleselijke aan de andere kant.
Juist deze wisselende betekenissen en expressies maken het samenspel tussen jou en Johan zo boeiend.
Johan Nolmans
Johan heeft een grote liefde voor voorwerpen, liefst gevonden voorwerpen. Een schattenjager was hij als kind en is hij nu nog. Een maretak, een steen, alle niet alledaagse vondsten bracht hij mee. Hij is als een paradijsvogel, zegt zijn Hilde, hij omringt zijn nest en wereld met de meest bizarre, kleurrijke en andere dingen. Om te kunnen bekoren, om in de wereld te staan…
Bert kijkt met zijn kites de hemel in. Johan zoekt de aarde. Honderden objecten bevolken zijn kelder.
Liefst verweerde voorwerpen, ruw, vergankelijk. Objecten die verwijzen naar de cyclus van het leven.
Voor dit werk gebruikt hij ijzerdraad als materie, ‘ijzeren’ draad zegt hij mooi en Antwerps.
Maar er gebeurt iets. De vondst wordt meer, wordt bekeken en verlegd. Stilaan roept ze iets anders op.
Johan zegt: ‘Er zit veel intuïtie in. Ik weet niet precies waarom ik iets meeneem maar ik zie er wel iets is. Later doe ik er soms niets mee, maar soms wel.’
Dikwijls gaat het om een reflectie van de menselijk figuur, de menselijke ziel. Johan is gefascineerd door het proces, het plooien en krullen van de ijzeren draad totdat er een lijn in de ruimte ontstaat. Het blijft een aftasten, een zoeken naar een geboortemoment, een betekenismoment. ‘Dat wil ik, dat is het’, zegt je dan. Je beelden houden ons een spiegel van emoties voor.
Zijn opleiding, zijn werk, zijn interesse voor filosofie en psycho-analyse helpen hem daarbij. Hoe krijg je betekenis uit chaos, verwarring en depressie. Hoe zoeken we naar iets dat we nog niet weten, hoe worden we wie we zijn?
Johan, je maakt met heel veel zorg je kunstwerken. Maar ook de sokkels kregen veel aandacht. Dagenlang zat je bij vrienden in de tuinwijk in Hoboken te knutselen tot ze perfect waren. Daarom: ‘Ook de sokkels verdienen een recensie’, zei iemand van de vrienden.

Mijn advies: ga nog even kijken naar het werk met je eigen ervaring op de voorgrond en de intentie van de maker als stille getuige.

Met dank
Annelore  -  Ann Lambers, Alexander en assistenten  -  De logistieke ploeg  -  Hilde